Reilen en zeilen

Een terugblik

Hieronder meer achtergond informatie over het ontstaan van het boek.

Boekomslag: Het reilen en zeilen van een Drachster schippersgezin.

Onderzoek doen is topsport. Daar ben ik na mij ongeveer 10 jaar bezig gehouden te hebben met het onderwerp ‘Het reilen en zeilen van een Drachtster schippersgezin’ met als ondertitel ‘Geschiedenis van een varende onderneming’, wel van doordrongen. Het is een zaak van lange adem, van doorzetten en dank zij een aantal mensen om mij heen ook een teamsport. O.a. Cavendish benoemt het altijd op die manier als hij weer eens een sprint gewonnen heeft in het wielerpeloton.

Kritische vragen worden gesteld, men toont belangstelling, leest mee en betreffende het digitale verwerken van illustratiemateriaal en teksten draagt men bij aan het eindproduct. Wat ook plezierig was, dat mensen, als ze op de hoogte waren van mijn onderzoek altijd belangstellend waren en vroegen wanneer het karwei er op zat.

De eindspurt was ook mogelijk doordat de Coronaperikelen maakten dat ik meer tijd kreeg, minder sociale verplichtingen had en minder van huis was.

Tijdens mijn 40 jarige onderwijsperiode, waarvan de laatste kleine 30 jaar aan het voortgezet onderwijs als docent geschiedenis, was mijn leven gevuld met lesgeven en voorbereiden, vergaderen en proefwerken nakijken. Afgezien van ‘ad hoc’ onderzoek betreffende een aantal kleinere onderwerpen, kon ik bij het aanbreken van mijn pensioen mij vooral richten op bovengenoemd onderzoek. Het skûtsje en daarna de tjlak de ’Nova Cura’ en het schippersgezin Gerben en Berendtje Beijert-Boom. In de leeswijzer staat in kort bestek waar het onderwerp over gaat en waar de tjalk het gezin naar toe brengt.

Ik heb mij verbaasd over het feit dat de tjalk alle uithoeken van de drie noordelijke provincies bevaren heeft. Het landschap had in die periode qua infrastructuur een fijnmazig net voor de kleine binnenvaart. Immers in vroegere tijden werd alles per schip vervoerd. Vandaag de dag is het niet meer voor te stellen dat de zuivelfabriek te Olterterp een vracht steenkool aangeleverd kreeg via de Drachtster vaart en de Zuider-dwarsvaart. Het is ook niet voor te stellen, als je vandaag de dag over de smalle vaarten in Noord-Friesland vaart, dat daar in de onderzochte periode tal van binnenvaartschepen heen en weer voeren met bijvoorbeeld bieten. Ook in de veenkoloniën, vooral de oude in de provincie Groningen, die door vervening daarna in een agrarisch samenleving met heel veel industrie veranderden, lagen de wijken klaar voor de schepen om met wat voor lading dan ook aan-of af te varen.

Het schippersvolk, eigenzinnig en ondernemend, door veel walbewoners als zigeuners van het water bekeken, voer in de eerste helft van de twintigste eeuw, terwijl de crisis in de jaren 30 genadeloos toesloeg en er een oorlog en bezetting uitbrak. En of dat nog niet genoeg was voltrok zich ook nog eens een vervoersrevolutie.

Dit boek wil een eerbetoon zijn aan het schippersgezin, mijn grootouders, hun vier kinderen en daarmee aan de hele beroepsgroep.

Dankzij archiefonderzoek, interviews met diverse personen en de bestaande literatuur hoop ik er in geslaagd te zijn een reëel beeld geschetst te hebben van die periode, waarin een schippersgezin het hoofd boven water probeert te houden. Na een proces van schrijven, herschrijven, controle door meelezers, herschrijven en tenslotte de grote controles bij de drukproeven, hoop ik dat uw interesse in dit onderwerp beloond wordt.